Gonzo

THE KING LOST HIS CROWN (JARKO/LOWLANDS)
LONER UIT NOODZAAK

Helder Deploige verdiende zijn sporen bij bands als Sukilove en Chitlin’ Fooks, maar nu heeft hij zichzelf met de mooie debuutplaat ‘The King Lost His Crown’ dus ook als soloartiest op de kaart gezet. Er staan nogal wat dobro’s en banjo’s op ’s mans debuut, die het geheel meteen naar het platteland van de Zuidelijke States laten ruiken, maar hier en daar horen wij ook intelligente grootstadsfunk à la Soul Coughing of Talking Heads. Helders stem is minstens tien jaar ouder dan de man zelf, en verbleekt niet bij de backings van pakweg Trixie Whitley (dochter van!) of Pascal Deweze (Sukilove, Mitsoobishy Jacson, ...). Of wij Helder een keer wilden spreken? Ja dus.

Onze eerste vraag wordt met niet meer dan een gereuteld “Ik weet niet” beantwoord. Gisteren was de avond laat en lollig en dus vraagt Helder eerst even bij positieven te mogen komen met een colaatje. We ontbieden de ober en voor we er erg in hebben komt de arme muzikant op zijn pootjes terecht en slaat hij aan het praten over het ontstaan van zijn plaat. “Ik heb mezelf gedurende twee maanden opgesloten en ben alleen met de plaat bezig geweest. Tussendoor ben ik wel even met vakantie gegaan, maar dat was verschrikkelijk: ik kon alleen maar aan de plaat denken. Dat ik in mijn eentje opgenomen heb was min of meer uit noodzaak. Dit moest gewoon van míj zijn: een soort samenvatting van wat ik sinds mijn zeventiende op viersporencassettes heb opgenomen. Bovendien zat er niemand te wachten op een plaat van mij, terwijl ik wel wist dat ik het kón. Ze zelf opnemen was dan ook een logische keuze.” We hebben de hoesnota’s vergeefs doorzocht naar Marc Ribot (die gitaarsolo in ‘So Well’!), maar behalve één contrabas heeft Helder alles dus zelf ingespeeld. Voor achtergrondzang deed hij wél beroep op vrienden, hoewel die niet wisten dat ze aan plaatopnames deelnamen. “Die mensen waren gewoon op bezoek, dachten dat ik weer aan één of andere demo bezig was, en zagen er dan ook geen graten in om te zingen op de nummers waarop ik hen wilde horen.”
Na de opnames heeft het nog anderhalf jaar geduurd voor er een release kwam. “Dat vond ik niet erg. De plaat is trouwens vooral tijdens de mixsessies ontstaan: om de paar maanden herbeluisterde ik alle nummers en dan hoorde ik telkens weer een aantal dingen die anders moesten. Vooral de samenhang is daardoor gegroeid. Toen ik de opnames voor de eerste keer aan vrienden liet horen was de reactie toch vaak: ‘en wanneer ga je het echt opnemen?’. Die mensen kunnen nu niet geloven dat het dezelfde nummers zijn die ze toen hoorden. Dat anderhalf jaar was dus echt wel nodig om uit te komen bij de plaat die hier ligt.” Misschien wel het mooist is ‘True Romance’, ingegeven door een nachtelijke huiskamervertoning van de gelijknamige film. De eerste take – vier uur ’s ochtends – staat op de plaat, inclusief verslikking. “Ik heb er een week aan gewerkt om van dat nummer toch nog een noiseconcerto te maken, maar van die poging is uiteindelijk maar één gitaarpartijtje overgebleven. Na die week besefte ik pas dat de demo meteen de uiteindelijke versie was. Zo’n verslikking behouden vind ik gewoon schoon. Dat geeft een soort breekbaarheid: je hoort wat het nummer is, zonder opsmuk.”
Of er een vervolg komt op de plaat, willen we ten slotte nog weten. “Zeker. Ik heb zelfs al een tracklisting: gemaakt op de dag dat deze plaat af was.” We geven Helder onze zegen en sturen hem naar de repetities voor de nieuwe Sukilove. Lieve jongen, hopelijk blijft hij de drank de baas. - STIJN BUYST

Uit: GONZO 62, April-Mei 2004